
Mijn eerste halve triatlon: IronMan Luxemburg 70.3 – Een avontuur om nooit te vergeten
Misschien droom jij er ook weleens van: het volbrengen van een triatlon. Of je nu mikt op een sprintafstand of stiekem fantaseert over een halve of zelfs hele IronMan, het idee alleen al kan voelen als een verre droom. Dat was het voor mij ook — totdat het opeens werkelijkheid werd. Op 13 juli 2025 stond ik aan de start van mijn allereerste halve triatlon: de IronMan 70.3 in Luxemburg, in het schilderachtige Remich, langs de Moezel. En wat een avontuur is het geworden.
Een halve IronMan, ook wel een 70.3 genoemd (naar het totaal aantal miles: 70.3), bestaat uit 1,9 km zwemmen, 90 km fietsen en 21,1 km hardlopen. Twee jaar geleden deed ik mijn eerste sprinttriatlon. Kort daarna liep ik helaas een gebroken voet op, waardoor mijn geplande eerste IronMan een jaar later niet doorging. Dat betekende ook dat ik relatief weinig wedstrijdervaring had toen ik in Luxemburg aan de start verscheen — laat staan op een lange afstand én in het buitenland. Spannend? Zeker. Maar ook ontzettend bijzonder.
De reis naar Luxemburg
Twee dagen voor de wedstrijd vertrokken mijn vriend en ik met de auto richting Luxemburg. Niet veel later kwamen ook mijn vrienden aan — de onmisbare supportcrew. We installeerden ons aan het water van de Moezel en genoten van een relaxte zaterdag vol carb loading, zon, en de officiële race briefing vanuit de IronMan-organisatie. Daar werden de laatste puntjes op de i gezet: het parcours, de wisselzones, de starttijden — alles werd nog eens helder uitgelegd. De spanning begon langzaam te stijgen.
Zondagochtend: tijd voor actie
Om 04:45 ging de wekker. Rustig ontbijten en mentaal voorbereiden. Om 06:00 mocht ik nog één keer de wisselzone in om mijn fiets te controleren, de banden op te pompen en mijn sportvoeding klaar te leggen. Vanaf half acht was het wachten op de zwemstart.
De start ging in zogenaamde “rolling start”-vorm: elke vier seconden mochten vier atleten het water in. Mijn startvak was die van 40–50 minuten zwemmen. Na drie kwartier wachten schoof ik eindelijk richting het water. Ondanks de gefaseerde start was het behoorlijk druk: de zwemstrook was lang en smal, wat zorgde voor een chaotisch begin. Zwemmen is niet mijn sterkste onderdeel vanwege mijn lichte angst voor (open) water, dus ik koos ervoor om meer meters te maken en een lijn buitenom te nemen. Dat gaf me rust. In mijn eigen tempo kon ik rustig naar het einde van het zwemonderdeel werken. Moe was ik niet, wel opgelucht en trots: ik had het eerste onderdeel gehad in 44 minuten; een prima start van de dag.
De fiets op: genieten én presteren
Op een drafje liep ik naar de fiets, maar de wisselzone bleek lang. Eenmaal bij mijn plek besloot ik geen haast te maken: zonnebrand, een hap eten, goed drinken. Alles om straks zo sterk mogelijk te starten. Het bleek een goede beslissing. Het eerste uur vloog ik over het parcours met 32,5 km/u, al wist ik dat dat tempo niet houdbaar zou zijn — de hitte en het glooiende landschap eisten hun tol.
Toch genoot ik enorm. De route voerde langs wijngaarden, door Luxemburg en zelfs een stukje Frankrijk. Rond de 55 kilometer wist ik dat mijn supportcrew me op het hoogste punt van de route zou opwachten. Mentaal werkte dat als een magneet: "tot daar moet ik, dan gaat het weer naar beneden." Het werkte. Zelfs op mijn 'gewone' racefiets haalde ik imposante tijdritfietsen in. Dat gaf een mentale boost en ik kon mijn krachten goed verdelen. Na 3 uur en 12 minuten stapte ik van de fiets met frisse benen en goede zin. Klaar voor het laatste — en zwaarste — onderdeel: het lopen.
De halve marathon: strijd tegen hitte en jezelf
Terug in de wisselzone voelde ik meteen de warmte. De zon brandde en mijn maag begon te protesteren tegen de gelletjes en sportdrank. Toch begon ik rond 13:00 aan het looponderdeel, drie rondes van zeven kilometer over een kaarsrechte weg zonder schaduw of wind. Mijn benen voelden verrassend goed en ik startte enthousiast met een tempo van 5:30/km. Maar al na 1,5 km wist ik: dit ga ik niet volhouden.
Ik besloot mijn tempo los te laten en me te focussen op overleven — drinken en koelen bij elke drankpost. Bij kilometer 4 maakte ik echter een beginnersfout: ik gooide per ongeluk twee volle bekers water over m’n schoenen. Met doorweekte sokken in mijn zeiknatte schoenen liep ik verder. Gelijk vanaf dat moment begon ik blaren te lopen.
Mijn benen wilden wel, maar mijn maag en hoofd hadden het zwaar. Steken en misselijkheid wisselden elkaar af. Vanaf kilometer 13 werd het mentaal zwaarder. Langs de kant bleef mijn supportcrew me aanmoedigen. “Je ziet er nog fris uit!” zeiden ze — en dat gaf net genoeg energie om door te blijven lopen. Met de benen was inderdaad weinig mis, maar iedere keer dat ik een versnelling probeerde in te zetten, kwam er een vlaag van misselijkheid opzetten waardoor ik weer ging wandelen. En omdat er vanwege de hitte, steeds meer mensen uitstapten of omvielen, realiseerde ik me ook dat ik niet zover wilde gaan en steeds iets ‘in de tank’ wilde houden om te kunnen finishen.
De halve marathon liep ik uiteindelijk in 2 uur en 23 minuten. Niet de gehoopte 2 uur, maar onder deze omstandigheden acceptabel.
De finish: kippenvelmoment
Na drie lange rondes mocht ik eindelijk linksaf — de rode loper op. Voor de rode loper stond al één van mijn vrienden me op te wachten. Zijn aanmoediging was het laatste voor ik aanzette voor de eindsprint. De boog, het applaus, mijn vrienden langs de kant — het raakte me. De tranen kwamen vanzelf.
Ik had het gedaan. Mijn eerste halve triatlon. Iets wat ik twee jaar geleden nog voor onmogelijk hield, vanwege een lange ziekteperiode en blessure, was nu écht gebeurd.
Tot slot
De IronMan Luxemburg 70.3 was veel meer dan een sportwedstrijd. Het was een persoonlijke overwinning, een mentale reis, een ode aan doorzetten en genieten tegelijk. En als ik één ding heb geleerd, dan is het dit: je hoeft geen ‘echte’ triatleet te zijn om eraan te beginnen. Je hoeft alleen maar te starten, te proberen — en jezelf te verrassen.
Wie weet zie ik jou ook ooit aan de start?