Bij een tijdrit en ook bij triathlons draait het allemaal om zo hard mogelijk gaan op de fiets. De pro’s zijn dan ook op zoek naar de meest aerodynamische materialen en houdingen op de fiets. Hoe minder weerstand, hoe sneller je gaat. Om een paar seconden te besparen wordt er dan ook grof geld uitgegeven: snelheid is te koop. Gelukkig zijn er ook marginal gains waarvoor je niet de loterij hoeft te winnen om ze toe te passen.
Begin april stond ik aan de start van een individuele tijdrit in Almere. Hierbij was het plan om zo aero mogelijk aan de start te verschijnen en zo veel mogelijk marginal gains toe te passen. Lees in dit artikel hoe ik het heb aangepakt.
De fiets
De belangrijkste winst qua snelheid is om te gaan rijden op een tijdritfiets. In het peloton zie je fietsen rondrijden die meer kosten dan een tweedehands auto en ook bij een gemiddelde triathlon kijk je je ogen uit. Het meest opvallende verschil met een normale racefiets is het stuur: dit is een ligstuur. Ook is de geometrie geoptimaliseerd om zo efficiënt mogelijk je kracht over te brengen op de pedalen terwijl je in de aerobars ligt. De frames zijn door de merken veel getest in de windtunnel met maar 1 doel: zo min mogelijk luchtweerstand. Ik heb zelf na enkele triathlons de keuze gemaakt een tijdritfiets aan te schaffen en heb deze vorige zomer ingewisseld voor een luxer model.
Voor wie geen tijdritfiets heeft of wil aanschaffen is er een alternatief: een opzetstuur monteren op je racefiets. Voor €50,- tot €100,- heb je een opzetstuur met aerobars zodat je op je normale racefiets ook de aerohouding kunt nabootsen.
Ik ben zelf erg fan van elektronisch schakelen op mijn tijdritfiets. Met Di2 kan ik namelijk zowel liggend in de aerobars als rechtop met mijn handen op het stuur schakelen. Zo hoef ik niet uit de aerobars te komen als ik wil schakelen wat wel moet als je met een opzetstuur rijdt. Hoe langer ik blijf liggen en dus in de aerohouding blijf, hoe harder ik ga.
De wielen
Hoe hoger de velg hoe meer aero is hier het motto. Tussen de verschillende merken zitten dan vervolgens nog kleine verschillen waarop de merken zich van elkaar onderscheiden op het gebied van aerodynamica. Ook op het gebied van de spaken zijn er verschillen. Op dit moment rij ik met carbon velgen van 6cm hoogte.
Een populaire upgrade van je wielen onder triathleten is een dicht achterwiel. Ook ik rij met een dicht carbon achterwiel bij tijdritten en triathlons, aangezien je hiermee het minste last heb van de luchtweerstand. Een dicht achterwiel is minder geschikt als het hard waait: je vangt namelijk veel meer zijwind.
Vervolgens kun je ook op je banden nog winst behalen. Hier draait het niet om zo min mogelijk luchtweerstand, maar juist om zo min mogelijk rolweerstand. Hoe minder wrijving er is tussen je band en de weg, hoe sneller je gaat. Hierin kies je de balans tussen lage rolweerstand en bescherming tegen lekrijden. In het algemeen zijn banden die beter beschermen tegen lek rijden minder snel. Ik rij zelf met de Schwalbe Pro One TT, aangezien deze banden een zeer lage rolweerstand hebben. Een marginal gain die ik graag toepas als het parcours een mooie geasfalteerde weg is zonder veel losse steentjes en kansen om lek op te rijden.
Een gratis tip is om je banden op de juiste bandendruk op te pompen, dan heb je minder last van de rolweerstand. Zelf stop ik 0.5 bar extra in mijn banden bij wedstrijden als ik weet dat het een perfect gladde weg is, wat vaak het geval is bij triathlons en tijdritten.
Helm
Een investering die op het eerste gezicht look pro, go slow is, maar daadwerkelijk je luchtweerstand verlaagt is de helm. De tijdrithelm met vizier en punt aan de achterkant zorgt ervoor dat de lucht gemakkelijker om je heen stroomt als je in de aerohouding op je fiets zit. Volgens diverse testen kun je hierdoor minuten sneller gaan in vergelijking met een normale helm. Ik gebruik bij triathlons en tijdritten daarom altijd een tijdrithelm.
Zo’n tijdrithelm gebruik je wellicht niet heel regelmatig, daarom kan het financieel aantrekkelijker zijn om een aero fietshelm te kopen zoals de Kask Utopia. Zo’n helm heeft een aerodynamisch voordeel ten opzichte van een normale helm, maar kun je ook gewoon dragen bij je normale fietsritten.
Gratis tip voor de vrouwen (en mannen) met lang haar: doe je haar zo strak mogelijk vast in bijvoorbeeld een knotje. Haar wat los in de wind wappert zorgt namelijk ook voor extra luchtweerstand. Ik vlecht mijn haar in en rol het dan op tot een knotje dat ik vastzet met een extra elastiekje.
Kleding
Voor je kleding geldt: hoe strakker hoe beter. Hierbij is de zogenaamde speedsuit de beste (en duurste) optie. Zo’n speciaal wielerpak is gemaakt van lichtgewicht aerodynamisch materiaal. Ook kun je een trisuit aan, bij triathlons is dat sowieso gebruikelijk. Zorg er in ieder geval voor dat het zo strak mogelijk zit, ook als je voor normale fietskleding gaat. De tijdrit reed ik in een normale wielerbroek met een strak fietsshirt met lange mouwen. Een strakke stof zorgt namelijk voor minder weerstand dan blote armen.
Verder kun je bij je schoenen winst behalen. De meest aerodynamische optie is het dragen van overschoenen. Aangezien ik zelf enkel overschoenen in de kast heb voor de winter die niet heel aero zijn, koos ik voor de tweede optie: hoge sokken. Hoge aero sokken zorgen namelijk ook voor minder weerstand. Een mooi moment dus om je leukste sokken te showen!
Gratis tip: scheer je benen. Voor de vrouwen waarschijnlijk al onderdeel van onze routine, maar het kan zeker geen kwaad om je benen goed glad te houden als fietser.
Marginal gains
Op het gebied van marginal gains kun je helemaal losgaan. Denk bijvoorbeeld aan de aerodynamische pedalen van Speedplay of zelfs een aero mount voor je fietscomputer. Van een aantal marginal gains heb ik wel gebruikgemaakt, deze deel ik graag:
- Een schone fiets: ze zeggen niet voor niets a clean bike is a fast bike. Dus voor de wedstrijd maak ik mijn fiets schoon en zorg ik dat de ketting gesmeerd is met Dynamic Speed Potion Wax. Als ik mijn ketting toch moet smeren doe ik dat het liefste met een wax die voor minder weerstand zorgt.
- Zadeltasjes: haal alle losse onderdelen van je fiets die je niet nodig hebt. Bij een tijdrit betekent lekrijden het einde van de race, dus neem ik geen zadeltasje mee. Bij een triathlon zal ik wel de binnenband willen vervangen en verder racen,, dus neem ik wel materialen mee in de speciale box aan mijn frame. Deze box zorgt er daarnaast voor dat mijn frame meer aero is.
- Bidons: bij een korte tijdrit neem ik geen bidon mee en haal ik alle bidonhouders van mijn fiets om de luchtweerstand te verlagen. Bij triathlons wil je wel drinken, dus zijn er meerdere opties mogelijk. Bijvoorbeeld bidonhouders achter je zadel (meer aero dan op je frame) of een drinksysteem monteren tussen je aerobars.
- Upgrade je lagers: ik heb in mijn fiets een bottom bracket van CeramicSpeed, deze heeft minder weerstand dan een normale. Ook zou je kunnen kiezen om je derailleur te upgraden naar een oversized pulley system, deze verlaagt de weerstand in de aandrijflijn.
Ondanks dat je bij een tijdrit alsnog zelf hard zult moeten fietsen, kun je daadwerkelijk voordeel halen uit het juiste materiaal. Zijn er nog marginal gains die jij toepast bij een tijdrit?
In dit artikel staan links naar producten bij onze partner Athlete Sports World.